Beleid ten aanzien van de lokale heffingen
Het gemeentelijk beleid is dat de tarieven van de bestemmingsbelastingen in principe kostendekkend moeten zijn. Met andere woorden: de opbrengsten dekken de gemaakte kosten. Bij de retributies is kostendekkendheid ook het uitgangspunt, maar leiden kostendekkende tarieven soms tot onevenredig hoge tarieven voor een dienst. Daarom stelt de raad in die gevallen een lager tarief vast. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de evenementenvergunning. De mate van kostendekkendheid van de bestemmingsbelastingen en retributies staan vermeld onder 'Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen'.
Het kaderstellend beleid voor de diverse heffingen is vastgelegd in de door de gemeenteraad vastgestelde gemeentelijke belastingverordeningen. Deze worden jaarlijks aan de gemeenteraad voorgelegd na het vaststellen van de begroting, zodat de tarieven in overeenstemming kunnen worden gebracht met de vastgestelde begroting.
Uit het coalitieakkoord 2022-2026 blijkt dat het streven een gelijkblijvende belastingdruk voor inwoners is. Dat betekent dat gemeentelijke belastingen met niet meer dan het inflatiepercentage worden verhoogd. Voor 2024 is dit percentage vastgesteld op 4,22%. Bij sommige tarieven wordt hiervan afgeweken, omdat het bijvoorbeeld wettelijke tarieven betreffen of dat hierover afwijkende afspraken zijn gemaakt (voorbeeld tarief toeristenbelasting).